Van rijtjeswoning naar omgebouwde bus

door Kim

Zo’n jaar of zeven geleden zouden de meeste mensen wel hebben gezegd: ‘je hebt het goed voor elkaar, studie afgerond, baan, vaste relatie, eensgezinswoning in een groene buitenwijk van een leuke stad’.
Toch begon er wat te knagen bij mij. Ik had gewerkt op een charter zeilschip waarbij de nostalgie van mijn jeugd sterk naar boven kwam, we woonden aan boord en reisden door het Caribisch gebied. Eenmaal na het charteren voor langere tijd weer aan vaste wal, groeide het verlangen naar een vrij leven, zijn daar waar je je fijn voelt. Niet voor het grootste deel van de dag tussen betonnen muren en zeker niet varend op de koers van een baas, hypotheek en ‘gevestigde orde’. De vindtocht naar een leven, resonerend met mijn innerlijke verlangen, begon.

Heel symbolisch liep dat samen met de zwangerschap van onze eerstgeborene. Wat willen we haar meegeven van het leven?
We onderzochten verschillende mogelijkheden, een boerderij delen, centraal wonen, aansluiten bij een woongroep of ecodorp, rondreizen, emigreren…uiteindelijk namen we een eerste stap door ons huis te delen met nog een jong gezin. Daaruit werden in ieder geval twee dingen heel duidelijk: We kunnen makkelijk veel kleiner wonen én een huis delen op een manier waarbij je in verbinding leeft met elkaar, heeft meer voorbereiding nodig dan een spontaan idee.
De volgende stap zou dus alvast zijn veel kleiner wonen. Ik kende het concept van een verplaatsbaar huis al en zo kwamen we via woonboten, varende schepen en pipowagens terecht bij ons huidig huis: een omgebouwde DAF lijnbus uit 1970.
Doen we!

Het verbouwen van de bus

We hadden ons erop ingesteld met een half jaar de inrichting om te bouwen, te verhuizen en ons huis te verkopen. Uiteindelijk duurde het driekwart jaar voordat we fulltime in de bus gingen wonen en nog driekwart jaar later was de sleuteloverdracht van ons huis. Het verhuizen van 125 naar 25m2, en we wilden bewust geen spullen in een opslag kwijt, had toch iets meer voeten in aarde dan we gedacht hadden.

Ondertussen wonen we met z’n vieren alweer 3 jaar in ons bushuis en zijn van alle gemakken voorzien: stromend water (we hebben een watertank van 300l); verwarming, met zowel een dieselkachel (voor de basistemperatur en tegen het bevriezen van de leidingen) als een houtkachel; een badkamer met douche, zitbad, droogtoilet en zelfs kleine wasmachine; een volledige keuken met oven (want bij verjaardagen moet er taart gebakken kunnen worden) en voor het grootste deel kunnen we voorzien van eigen stroom door een dak vol zonnepanelen en een draagbare accu.
Ook de kinderen zijn het erover eens, wonen in een bus is bijzonder leuk, een stenen huis is overbodig. We zijn na ons eerste jaar verplaatst van de randstad naar de Veluwe en die overgang van omgeving heeft de volgende impuls gegeven: op zoek naar een vaste plek in het groen, met voldoende ruimte om in harmonie te leven met meerdere mensen én de aanwezige natuur.
Want diep van binnen voelen we, ons wezen is niet gebaat bij een snel leven tussen asfalt en beton.

Onderhoud aan de buitenkant